Voorstel voor een actief beleid voor ruimte voor kunst(enaars) in Brugge

Tijdens de voorbije legislatuur is voornamelijk ingezet op de beleving van Cultuur in onze stad, met de Triënnales van 2015 en 2018 als het meest opmerkelijk gevolg. Voor een toeristische locatie als Brugge, die vooral mikt op bezoekers met culturele interesse, is dat een belangrijke en zelfs noodzakelijke opdracht (cfr. “city marketing”).

Cultuur houdt natuurlijk wel wat meer in dan alleen maar de beleving van kunst in de publieke ruimte. Minstens even fundamenteel zijn de mogelijkheden om te kunnen creëren.  In een stad moet een geestelijk klimaat heersen waar kunstenaars kunnen gedijen, creatief bezig zijn, gestimuleerd worden om te experimenteren en hun grenzen te verleggen, en zelfs al doende op hun eigen grenzen te mogen botsen.

Sinds decennia ontbreekt het bij onze overheid aan een dergelijke visie. Kunstenaars worden in Brugge weinig ruimte geboden om te werken, te scheppen, de confrontatie met een geïnteresseerd publiek aan te gaan. De hardnekkige geruchten van een “brain drain”  worden daarom nog versterkt : evenzeer betreurt men de “creativity drain” in onze stad.

In Brugge is er op dit moment geen sprake van een ernstig atelierbeleid. Eén van de grootste knelpunten waarmee kunstenaars geconfronteerd worden is nochtans het vinden van geschikte en betaalbare werkruimte. Zeer belangrijk, want de financiële positie van kunstenaars is sowieso niet altijd rooskleurig.  Hun inkomen is niet alleen laag maar ook sterk variabel in de tijd.

Vernieuwing

Waar ruimte beschikbaar is om creatief te zijn, ontstaat ruimte voor vernieuwing. Dat is de voorwaarde om verfrissende ideeën aan te trekken en de creatieve input hier te behouden. In eerste instantie gewagen we van de fysieke ruimte, al dient toch ook de mentale ruimte te worden ingeleid.

Noodgedwongen werken veel kunstenaars vanuit hun thuisbasis, wat zeker niet ideaal is. Heel wat beeldende kunst gaat gepaard met risicoproducten, sommige kunstuitingen vereisen gewoon erg véél ruimte, tijdens het creatieproces is hinder mogelijk. Het spreekt vanzelf dat dit niet altijd combineerbaar is met privé wonen, slapen, eten, en dat al helemaal niet als ook nog hossende kinderen dienen opgevoed te worden.

Bij een enquête in Gent, uitgevoerd door de VZW Nucleo bij 430 kunstenaars met domicilie in Oost-Vlaanderen, bleek dat het vooral de groep van 25 tot 35 jarigen is die actief op zoek is naar een atelier.  Heel belangrijk om weten is dat slechts een kleine 10 % van deze groep aangeeft effectief te kunnen leven van eigen artistieke activiteiten. De meeste kunstenaars zoeken daarom naar een betaalbaar atelier met een grootte ergens tussen 20 en 60 m2.

Voorstel tot uitwerking deeloplossing voor atelierbeleidsplan

De tijdelijke huur van lege ruimte is één van de manieren waarop een structureel aanbod van betaalbare atelierruimtes gecreëerd kan worden.  Deze tijdelijke huur:

– biedt geen lange-termijn-oplossing  (die wij ook graag willen nastreven)

– is niet geschikt voor alle lege panden (alleen haalbaar als geen tot weinig investeringen nodig zijn om atelierruimte aan te bieden)

– is niet geschikt voor alle bestaande noden.

Wel lost een doorgedreven en systematisch beleid om leegstaande panden tijdelijk aan te bieden een belangrijk deel van de noden op. Dat bewijst VZW Nucleo in Gent die nu reeds gedurende meer dan 15 jaar leegstaande panden tijdelijk aanbiedt als makkelijk huurbare atelierruimte. Het aanbod is variabel. Dit gaat van leegstaande huizen, waarin 3 kamers aangeboden worden als atelier, over leegstaande kantoorpanden tot grotere leegstaande volumes die zich als collectief atelier of tijdelijke tentoonstellingsruimte laten aandienen.

Ook Antwerpen kent een gelijkaardige werking van Studio Start VZW.  In beide gevallen sluiten deze VZW’s (onder meer) overeenkomsten met publieke eigenaars van leegstaande panden, tot verhuur als tijdelijke atelierruimte. Zeer opmerkelijk is dat in bepaalde gevallen “tijdelijk” een zeer rekbaar begrip is. Nucleo vzw heeft voor sommige panden garanties voor minstens 10 jaar gebruik. Dat biedt zeker ruimte tot investeren en hierop kan men echt een structurele werking uitbouwen.

Dezelfde dynamiek is noodzakelijk en ook mogelijk in Brugge. Zowel stad Brugge als OCMW Brugge hebben panden in eigendom die tijdelijk leegstaan. Waarom “leeg” ?

Met onze kennis van Brugge hebben wij minstens weet van volgende panden in eigendom van OCMW of stadsbestuur:

  • Rusthuis Sint-Anna (staat al minstens 4 jaar ongebruikt)
  • Voormalig politiekantoor aan Coiseaukaai (staat al minstens 5 jaar buiten gebruik)
  • De gebouwen in de Hooistraat 15 tot 25 (zijn minstens 5 jaar in leegstandsbeheer)
  • De Godshuizen Sint-Jozef en De Meulenare in de Oude Gentweg (zijn reeds een aantal jaar in leegstandsbeheer)
  • De Poortersloge (al 6 jaar in leegstandsbeheer)

In de toekomst komt daar quasi zeker nog bij:

  • Het rusthuis Minnewater (hoe lang zal de leegstand duren ?)

Zeer opvallend is hoe een aantal van de getraceerde panden beheerd wordt door private leegstandsbeheerders, die panden in tijdelijk gebruik afleveren, zonder dat de eigenaar (de stad, OCMW) daar enige vergoeding voor ontvangt.  Wij vinden zoiets onbegrijpelijk:

  • Een overheid die zelf leegstandsheffing “omzeilt” ?
  • Een overheid die eigendommen uit handen geeft zonder maatschappelijk doel te realiseren noch inkomsten te genereren ?

Wij ervarende facto dat zoiets veel beter kan. Men moet het beheer van dergelijke panden in eigen handen willen houden, en men kan er een maatschappelijk relevant beleid mee voeren. Atelierwerking is zeker een valabele optie voor panden indien daartoe geschikt.

Behalve panden in eigendom van stad of OCMW, telt Brugge ook heel wat leegstaande gebouwen in privaat bezit, of die semipubliek zijn in eigendom of beheer. Zoals :

  • Niet gebruikte kerken (bv. Sint-Franciscus Xaverius in Sint-Kruis)
  • Leegstaande kloosters (bv. Godelieve Abdij, Engels Klooster, …)
  • Voormalige verpleegstersschool ZOWE (t.h.v. Oud Sint-Jan)
  • Nog meer evoluties zullen volgen, zoals aangekondigde verhuis van HOWEST uit de Sint-Jorisstraat.

Private panden die met tijdelijke leegstand kampen vallen op in het stadsbeeld. Ook hier ontstaan de kansen om tezamen met de private en semi-publieke sector een actiever leegstandsbeheer te voeren die verder reikt dan de hippe “pop-up stores”.  Daartoe is een grote opportuniteit weggelegd voor het nieuwe stadsbestuur, aangezien Vlaanderen van plan is het volledige leegstandsbeheer te delegeren naar de lokale besturen.

Ons voorstel is om leegstaande panden niet te zien als een probleem waarbij firma’s als Entrakt of Interim dergelijke stadskankers afdekken of camoufleren.  Veel beter kan men leegstand beschouwen als een uitdaging waaruit een beleidsmatig voordeel kan worden behaald.

Maak van leegstaande panden, indien de gebouwen daartoe geschikt zijn, tijdelijke atelierruimtes en zorg op die manier voor een boost van de creativiteit in Brugge.

Bij alle concrete kunstenaarsnoden die er zijn, geeft zo’n beleidsvisie vrije ruimte aan de reeds hoger aangehaalde doelstellingen.

Daarnaast mag natuurlijk niet vergeten worden dat tijdelijke ruimtes ook maar tijdelijke oplossingen zijn: er kan best ook nagedacht worden over meer structurele oplossingen, liefst in samenwerking met het educatieve (academie, conservatorium) of culturele veld hier in Brugge.

Concreet.

Wij stellen voor om tezamen met de dienst patrimonium van de stad Brugge en de evenknie van deze dienst bij het OCMW een screening te doen van het bestaand patrimonium aan leegstaande gebouwen op hun haalbaarheid, teneinde deze beschikbaar te stellen als atelierruimte.

Wij suggereren voor de geschikte panden een “overeenkomst voor gebruik ter bede” met KunstGroepBrugge VZW, vereniging die instaat voor de contractuele verhuur aan kunstenaars, onder voorwaarden vast te stellen in samenspraak tussen VZW, dienst Cultuur Brugge en dienst Patrimonium Brugge.

Door beroep te doen op KunstGroepBrugge en niet op private firma’s voor leegstandsbeheer, kunnen de huurinkomsten maximaal ingezet worden bij het realiseren van nog méér culturele doelen, zonder ten laste te zijn van de stad.   Tegelijk kan de VZW zijn actieve werking verder uitbreiden door aanbieden van vorming, organiseren van eigen tentoonstellingen, samenwerking met bv. Kunstacademie Brugge.

Wij vragen dat ons permanente zoeken naar atelierruimte voor kunstenaars ernstig wordt genomen. Wij pleiten ervoor om deze ambitie in de beleidsdoelstellingen van de volgende legislatuur te willen opnemen.